Orthomoleculaire geneeskunde

De gedachte dat voeding een belangrijke invloed heeft op gezondheid, prestatievermogen en ziekte vindt zijn oorsprong enkele duizenden jaren geleden. In de westerse wereld is de Griekse wijsgeer Hippocrates (460 – 370 v.Chr.) van groot belang geweest voor de basis van de relatie tussen voeding en gezondheid.

‘Laat voeding uw medicijn zijn en uw medicijn uw voeding’

Hippocrates

“Orthomoleculaire geneeskunde is de behandeling van ziekte door de lichaamscellen te voorzien van een optimale moleculaire omgeving van stoffen, in het bijzonder van stoffen die normaal in het lichaam voorkomen.” Het wetenschappelijke tijdschrift Science publiceerde dit in 1968 in een artikel van Linus Pauling, tweevoudig Nobelprijs winnaar, getiteld ‘Orthomolecular Psychiatry, varying the concentrations of substances normally present in the human body may control mental disease’. Hierin definieerde hij de orthomoleculaire geneeskunde en legde hij de basis voor de toepassing van voeding en voedingssupplementen voor preventie en behandeling van ziekten. Pauling had zich laten inspireren door Abram Hoffer (1917-2009), een orthomoleculair psychiater in Canada. Hoffer had ontdekt dat eenvoudige stoffen, die in kleine hoeveelheden nodig zijn om tekorten te voorkomen, therapeutische toepassingen konden hebben bij sterk uiteenlopende ziekten, wanneer ze in juiste hoeveelheden werden gegeven. Orthos uit het Grieks kunnen we vertalen als juist gedoseerd.

Orthomoleculaire voeding streeft ernaar de door de lichaamscellen benodigde voedingsstoffen in optimale hoeveelheden aan te bieden. Dit houdt in: een gezonde, evenwichtige voeding, met waar nodig, aanvulling met optimaal gedoseerde voedingssupplementen. Door het leggen van verbanden tussen klachten en symptomen enerzijds en niet adequaat verlopende biochemische processen anderzijds, kan inzicht worden verkregen in welke (micro)-nutriënten, in een bepaalde situatie genezend, dan wel verbeterend kunnen worden ingezet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het zelf-genezend vermogen van het menselijk lichaam. De orthomoleculaire voedingsleer richt zich ook op preventie van ziekten.

Met algemene en specifieke laboratorium mogelijkheden van bloedonderzoek, urineonderzoek, ontlastingsonderzoek of speekselonderzoek kunnen veel bepalingen worden gedaan om eventueel afwijkende waarden van stoffen en verstoorde functies te bepalen.

De stoffen waarmee de orthomoleculaire therapie werkt zijn sporenelementen, mineralen, vitaminen, essentiële vetzuren, aminozuren en stoffen die gewonnen worden uit planten en kruiden, vezels en probiotica. Naast de voeding en eventuele suppletie spelen ook talloze leefstijlfactoren een grote rol.

De orthomoleculaire geneeskunde gebruikt steeds de nieuwste kennis uit klinisch en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de biochemie, genetica en epi-genetica ten behoeve van een optimale gezondheid.